HAARLEM - Iedere 2 jaar laten we de parkeerdruk in Haarlem meten. Ook de afgelopen weken is er weer een meting gedaan. Hoe gaat zo’n onderzoek eigenlijk in z’n werk? We gingen mee met onderzoeksbureau Trajan, dat de meting voor ons doet.

Trajan doet dit soort metingen in gemeenten door heel Nederland. Daarbij zetten ze een scanauto in, die in korte tijd door een heleboel straten kan rijden. En ze zetten mensen in die handmatig tellen met hulp van een speciale app op hun telefoon. Op basis van die tellingen berekenen ze de parkeerdruk in de verschillende wijken van onze stad. En omdat we de meting iedere 2 jaar op dezelfde manier laten doen, is ook meteen te zien of het aantal geparkeerde auto’s in een wijk toeneemt of niet.

Hoe meet je parkeerdruk?

Als je de parkeerdruk meet dan kijk je hoeveel officiële parkeerplekken je hebt en hoeveel daarvan bezet zijn. Als er meer auto's willen parkeren dan dat er plaatsen zijn, is er sprake van een hoge parkeerdruk. Plekken waar je niet mag parkeren, zoals op een kruispunt, tellen niet mee.

Bij het uitrekenen van de parkeerdruk kijk je naar het officiële aantal parkeerplekken in de buurt. Als er in een straat 100 officiële parkeerplekken zijn en er zijn 70 plekken bezet, dan is de parkeerdruk dus 70%. Het kan gebeuren dat een straat zo vol staat dat mensen op plekken parkeren waar dat eigenlijk niet mag. Zoals op een kruispunt of op de stoep. Daardoor kan de parkeerdruk ook boven de 100% uitkomen.

Overdag en ’s nachts

Het meten gebeurt op verschillende tijdstippen. Daarbij kijkt het Trajan ook goed naar wat voor soort gebied het is. “Gaat het om een gebied met veel woningen, dan meten we op een moment waarop de meeste bewoners thuis zijn met hun auto. Een doordeweekse nacht is daar een goed moment voor”, vertelt medewerker Jasper Kors. “Is er een winkelcentrum in de buurt, dan is het belangrijk om ook de zaterdagmiddag mee te pakken. En bij een gebied met veel bedrijven juist een doordeweekse dag.”

Canadees parkeren

In Haarlem hebben we verschillende plekken waar je een auto mag parkeren, bijvoorbeeld in een parkeervak. In sommige straten staan auto’s met 2 wielen op de stoep, dit noemen we Canadees parkeren. Kors: “Op de plekken waar met borden is aangegeven dat je daar Canadees mag parkeren, tellen we deze plekken ook mee als officiële parkeerplekken. In straten waar zo’n bord niet staat, tellen we de plek niet mee. Als hier auto’s (deels) op de stoep staan, tellen deze voor de beoordeling van de parkeerdruk dus als auto’s die op plekken staan waar dat eigenlijk niet mag.”

Bij het meten wordt goed gelet op de privacy. De scanauto staat op privacy-modus, wat inhoudt dat kentekens niet worden opgeslagen. Kors: “Wij zijn alleen geïnteresseerd in wát er staat, niet in wie er staat.”

Dat ‘wat’ is interessant omdat niet alle plekken door een ‘gewone’ auto bezet zijn. Staat er een bouwcontainer op een parkeerplek, waardoor die niet beschikbaar is? Of gaat het om een camper, aanhangwagen of auto met buitenlands kenteken? Dan wordt dat ook genoteerd, omdat ook dit interessante informatie kan zijn.

Dit doen we met de resultaten

De uitkomsten van de metingen gebruiken we bij het maken van plannen voor bijvoorbeeld nieuwbouw, parkeerbeleid en de inrichting van straten. Omdat we de meting iedere 2 jaar laten doen, kunnen we goed kijken hoe het aantal geparkeerde auto’s in de straat zich ontwikkelt.

De resultaten van de meting zijn in het najaar bekend. Ze zijn dan ook te bekijken op onze website.