Beroving
De roofoverval gebeurde op vrijdagavond. Voorafgaand aan het incident is door enkele jongens besproken dat er dealers bij het station Haarlem-Spaarnwoude zouden zijn. Het idee ontstond om deze te beroven. Meer jongens werden door hen via Whatsapp benaderd om zich aan te sluiten Zij zouden ook messen mee moeten nemen. Bij een van de verdachten thuis zijn ook nog messen opgehaald. De hele groep, bestaande uit in ieder geval tien tot elf jongens, verzamelde zich daarna bij een restaurant.
Even later liep de groep naar het station Haarlem-Spaarnwoude. Er werden mondmaskers of andere gezichtsbedekkende kledingstukken opgedaan en de groep ging achter de groep van slachtoffers aan die voor hen wegvluchtte. Ze konden de slachtoffers inhalen. Twee van hen zagen kans om weg te rennen, de andere vier slachtoffers werden door de groep van verdachten omsingeld en tegen een hek gedreven. Meerdere verdachten toonden messen en de slachtoffers moesten hun bezittingen afstaan. Uiteindelijk zijn een jas, pet, muziekbox, portemonnee, airpods, horloge en pinpas afgenomen. Vrijwel direct na het gebeuren zijn in de directe omgeving de zes minderjarigen aangehouden.
Oordeel rechtbank
Door meerdere verdachten is bij de politie verklaard dat zij begrepen hadden dat er sprake was van een ruzie tussen een van de verdachten en de groep van de slachtoffers. Ze zouden de messen bij zich hebben gehad onder het motto; je weet maar nooit. Maar op basis van verklaringen van diverse verdachten en de slachtoffers, concludeert de rechtbank dat er geen ruzie in het spel was. Het moet ieder van de verdachten tijdens de achtervolging duidelijk zijn geweest dat er een beroving in de planning was.
De rechtbank oordeelt dat er voldoende bewijs is dat de verdachten in meer en mindere mate betrokken zijn geweest bij de beroving. Het is algemeen bekend dat straatroven sterke gevoelens van angst, onveiligheid en onrust veroorzaken in de samenleving en zeker bij de slachtoffers zelf. Zeker als dat door een grote groep onder bedreiging van messen gebeurt. Slachtoffers kunnen daar nog lange tijd last van hebben. De verdachten hebben daar geen enkel moment bij stilgestaan.
Straffen
- Een destijds 14-jarige verdachte, die voorop liep bij de beroving, heeft een werkstraf van 120 uur opgelegd gekregen. Hij had al geruime tijd in voorarrest gezeten.
- De drie 15-jarige verdachten krijgen 150, 145 en 30 uur werkstraf opgelegd. Twee van hen krijgen daarbij een leerstraf van respectievelijk 30 en 35 uur in de vorm van een sociale vaardigheidstraining om de kans op herhaling te verkleinen. Zij hadden een grote rol bij de beroving en hadden ook messen in hun bezit. De verdachte die een taakstraf van 30 uur krijgt opgelegd, was wel aanwezig maar had geen aandeel in de beroving. Hij wordt veroordeeld voor heling van de jas, die van een slachtoffer was afgepakt en door één van de daders aan hem was gegeven.
- De twee 16-jarige verdachten krijgen een werkstraf van 180 en 60 uur. Een van hen had een meer leidinggevende rol bij de beroving, De ander wordt als medeplichtige gezien. Hij leverde weliswaar messen, maar had uiteindelijk geen rol bij de beroving.
De vier verdachten die een daadwerkelijke rol bij de beroving speelden, moeten ieder ook een schadevergoeding van 319 en 250 euro betalen aan twee slachtoffers.